Flossen is het meest geschikt voor tanden en kiezen die dicht tegen elkaar aan staan. Flosdraad is namelijk dun genoeg om tussen je tanden en kiezen te passen. Goed flossen is lastig. Een mondhygiënist kan je adviseren en het voordoen.
Flosdraad gebruiken: hoe werkt het?
- Neem een stukje flosdraad van ongeveer 40 cm en wikkel de uiteinden om de middelvingers zodat er 5–10 cm over is.
- Houd de 3–5 cm flosdraad gespannen tussen duim en wijsvinger, en schuif de draad met een zagende beweging tussen de tanden en kiezen. Buig het flossdraad om de tand of kies, ga met de zagende beweging tot iets onder het tandvlees, dan naar het contactpunt waar de tanden en kiezen tegen elkaar aan zitten, en vervolgens naar de andere tand of kies van dezelfde tussenruimte. Gebruik bij iedere tussenruimte een schoon stukje van de flosdraad.
- Herhaal dit waar mogelijk bij alle tussenruimten.